Jaap en de half-bebloede prins

 

27 september 2019

 

 

Twee mannen sprongen uit een met diesel aangedreven Vanhool lijnbus, haalden uit een nabije struik een plastic zak en een stevig stuk touw tevoorschijn. 

 

Ze glipten het containerpark binnen en aten 4 peren.

 

Ze liepen naar het weegplatform om te kijken hoeveel ze samen woegen, 135 kilogram.

 

Herbert zag deze mannen en vond ze verdacht, maar bleef zijn prinskoeken verder eten in zijn glascontainer die hij zijn thuis noemde.

 

Lennert merkte, door het felle maanlicht, een witte reflectie op in de opening van de container voor ongesorteerd glas. Hij tikte een paar keer met zijn ellenboog tegen Guiseppe. Ze hadden beiden begrepen dat hun doelwit zich daar had verstopt. Ze pakten het touw en de plastic zak en slopen richting de container. Er luidde een wild gerommel van glasscherven en joepiegeluiden.

 

Lennert, een Türk, en Guiseppe, geen Roemeen, bleven stokverstijft staan. Ze keken recht in de ogen van hun doelwit in de glascontainer. Ze waren plots doodsbenauwd en hun lichamen keerden zich binnenste buiten. Zo via hun mond en dan zag je zo overal vlees zonder huid enzo.

Herbert lachte en smeet het duo in de container. Omdat de Turk en niet-Roemeen binnenste buiten waren deed dit hun pijn. Veel pijn. Niet te verwarren met marsepijn.

 

Mars en Pijn; de twee lievelingsdingen van Sinterklaas, een oude Turkse dwaas die ongewenst snoep in mensen hun huis rondstrooid.

 

Einde?

Nee, want Jaap keek naar Harry Potter en noemde zichzelf nu de half schildpad.

 

Diezelfde avond terwijl de bovengenoemde gebeurtenis zich afspeelde, los van dat gezever met Sinterklaas enal, ging Jaap op stap. Hij ging rondwandelen in de buurt. WANT hij is van de buurt. Door een serie van willekeurige keuzes tijdens zijn wandeling belande hij bij het lokale containerpark. "Waarom the fuck geen kijkje nemen" , dacht hij. En toen zag hij aan de container voor ongesorteerd glas iets wat hij al laaaaaanngg niet meer had gegeten…