5 januari 2018
Er was eens een Herr Fogel,
Op een zonnige dinsdagavond werd hij wakker in zijn bed;
Daar zat hij
dan
wachten en wachten en wachten en wachten en wachten en wachten
Herr Fogel luisterde naar de vogels in zijn tuin:
Hij trachtte het gezang na te bootsen met zijn diepe stem
En wachtte op antwoord
En achtte het ANTWOORD
Wat een vreemde vogel is dat, dacht Herr Fogel.
De vogel: zijn gefluit
was het mooiste dat Herr Fogel ooit had gehoord
Hij kon er maar naar blijven luisteren
Het was betoverend
betoverend verdonverend
Herr Fogel wou dichter bij de vogel komen…
Jawel, dichter!
Dus hij nam een ladder en zette die tegen de boom aan
Herr Fogel klom als een bezetene de ladder op
De ladder was van hout, het hout van een andere boom uit zijn tuin
De ladder was al oud, zo oud als een andere boom uit zijn tuin
De vogel keek verbaasd naar Herr Fogel,
In zijn verbaasdheid,
stopte de vogel met zingen.
De vogel keek Herr Fogel strak aan.
Maar Herr Fogel was niet te stoppen.
De vogel: zijn gezang
veranderde naar een soort geschreeuw,
Een soort klaaggezang:
Het ging door merg en been;
Een soort beestenbrul.
De vogel draaide zijn kop 360 graden.
En bleef doorgaan met de brul.
Zijn nekspieren spatten uiteen:
Bloed spuit alle richtingen uit, terwijl de vogel z’n kop maar bleef draaien.
en draaien en draaien en draaien en draaien en draaien en draaien
Herr Fogel was aangenaam verrast door dit spektakel, hij grijnsde zelfs een beetje;
Het was een schouwspel van rood licht en alarmerend lawaai!
Dit is de shit, dacht hij bij zichzelf.
Herr Fogel genoot met volle teugen:
Dit IS de shit, fluisterde hij tegen zichzelf.
Hij klom dichter naar het spektakel toe,
En pakte de vogel snel vast.
Niet te hard
Maar wel stevig
Niet te zacht
Maar wel stevig
Stevig genoeg
De vogel begon te braken!
Het bloed was ondertussen al een beetje minder beginnen spuiten
En toen kreeg Herr Fogel een idee: een schitterend idee.
Het idee was zo subliem,
dat hij nauwelijks zichelf onder controle kon houden van al dat enthousiasme.
Herr Fogel stopte de vogel in zijn broekzak en begaf zich richting de lokale bakkerij
Hij kocht bij de bakker 250 gram VET.
(boerenboter)
Een speciale bakker dat.
De bakker was blij toen hij Herr Fogel had bediend;
De bakker wist dat Herr Fogel een wijze man was.
Eens thuis gekomen pakte Herr Fogel de boter en slikte hem snel door.
(de boter was warm)
Jawel, hij slikte de 250 gram in een keer op;
Dat is nou Herr Fogel.
En hij voelde warme boter langs zijn keel glijden…
Het gaf hem groot genot.
En toen liet hij de vogel weer vrij, en ging terug naar binnen.
Het was de mooiste dag van Herr Fogel z’n leven geweest
Hij ging naar boven, terug naar zijn bed: het was tijd om te gaan slapen.
Maar wie zat er daar op zijn kussen?
Wat was dat voor ding met zo een strakke blik?
De bakker!
De bakker bleef rustig zitten.
Zijn vloer voelde glibberig aan, merkte hij intussen op
Herr Fogel naderde de bakker langzaam
Hij wou de bakker niet bang maken of doen verschieten
De bakker begon te grommen
En die grom was veel te luid
Een menselijk lichaam kan toch geen grom van 150 decibel produceren
Herr Fogel z’n oren begonnen een beetje te bloeden.
Maar ergens had hij wel genot
Stiekem vond hij het wel leuk, ja.
Het warme glibberige bloed dat langs zijn oren sijpelde…
De levensvloeistof plante zich langzaam richting de sappige,
en met vet ingesmeerde vloer uit
Herr Fogel keek hoe het bloed en boter zich mengden:
Het was een speciale kleur.
Maar toen hij weer naar zijn bed keek:
Was de bakker verdwenen!
Was de bakker weg, inderdaad.
Hij naderde zijn kussen om zeker te zijn dat de bakker zich niet verstopte of zo…
niemand…
…
Herr Fogel was moe.
En kroop in bed.
Hij deed z’n nachtlampje uit en ogen toe;
En hoopte op leuke dromen over vogels enzo.
Slaapwel fluisterde hij
Net voordat hij in slaap viel hoorde hij voetstappen in de gang:
De voetstappen kwamen dichterbij,
En stopten voor zijn deur.
Hij luisterde vol spanning
Twee minuten later,
Hoorde hij:
klop
klop
“flauw”
Hij kroop snel onder zijn deken!
“WHAT THE FUUUUUCK”
– hoorde hij vanuit het raam
misschien was dat de vogel, dacht Herr Fogel.
Maar nee
Het was zijn vrouw
Ze stond op het dak
En sprong, hoofd naar beneden, eraf.
zewas56enhaarlevenwaszeal54jaarbeu
Dus het werd tijd, ja.
Herr Fogel zuchtte…
“YEAH, NICE DIVE”
dat zal de vogel geweest zijn, dacht Herr Fogel.
Hij besloot om nu te gaan slapen.
Hij zou laaaang slapen;
Tot de volgdende avond, dacht hij.